De negen zwarte en zilveren gevels in het stadswapen tonen de negen oude middeleeuwse hoven die de kern van Gschnitz vormden: zeven binnenplaatsen in het dorp en twee op de Laponesalm.
Tegenwoordig is Gschnitz populair als vakantiebestemming bij mensen die op zoek zijn naar ontspanning, weg van de drukte en gekenmerkt door zachte toerisme.
In de zomer wachten talrijke wandelpaden om ontdekt te worden. Populair zijn de Gschnitzer Hüttenrundtour, waarbij u de Oostenrijkse Tribulaunhütte, Bremer Hütte, Innsbrucker Hütte, Blaser Hütte en het Padasterjoch Haus passeert en de wandeling naar de Habicht aan het einde van het Gschnitztal.
Een andere bekende bestemming is de bedevaartskerk van de heilige Magdalena op 1.661 m boven zeeniveau, die tussen de parochies Trins en Gschnitz ligt. Via de Jubiläumsweg, die steil omhoog loopt, bereikt u het kerkje na zo'n twee uur wandelen. U zult daar worden beloond met een adembenemend panoramisch uitzicht over de omgeving.
Het molendorp aan het einde van de vallei bij de Sandeswasserfall is ook iets heel bijzonders: molens, graanbakken, ovens, hekken en wasruimtes werden nagebouwd met behulp van oude ambachtelijke technieken en originele materialen op basis van oude sjablonen.
Individuele stations brengen de bezoeker dichter bij Tirools handwerk en vakmanschap. Uniek! In de winter voert de Gschnitztal-route 18 km door het Gschnitztal en langs enkele Jausenstationen. Winterwandelingen en paardensleeën en een kleine oefenlift maken het winteraanbod compleet. Gaat u liever skiën, dan wachten er vier skigebieden op u in het naburige Stubaital.
Onze tip: De parochiekerk van Gschnitz "Aan Onze Lieve Vrouw in de Sneeuw" werd in 1755, slechts 25 jaar na de bouw herbouwd in barokstijl door de architect Franz de Paula Penz. De beroemde kerkarchitect bouwde ook de Wiltenbasiliek in Innsbruck!
