De huisberg van Leisach is de 2717 m hoge Spitzkofel, een berg in het noordelijke deel van de Lienzer Dolomieten. Op het stadswapen zijn een geel zwaard en twee zwarte kantelen afgebeeld, die staan voor de steden Leisach en Burgfrieden, waaruit de gemeente Leisach is ontstaan.
Daarnaast staat het zwaard voor de kerkbeschermer, St. Michael, en de kantelen voor de vesting aan de Lienzer Klause.
De vakantieplaats Leisach hecht veel waarde aan gezinsvriendelijkheid! Bijzonder populair bij kinderen is het prachtig gelegen boszwembad met een grote ligweide met bomen, een kinderspeeltuin en een peuterbad.
Fietstochten langs de Drau zijn ook ideaal voor ontspannen gezinsuitstapjes. In de winter bieden de natuurrodelbaan Lienzer Dolomieten, de ijsbaan en de kleine skilift in Leisach een scala aan sporten.
Voor degenen die geïnteresseerd zijn in cultuur, zou de Lienzer Klause echter interessant moeten zijn, waarvan de oudste delen dateren uit 1240. Het ligt aan een oude postweg, ongeveer een half uurtje van het dorp, maar behoort nog steeds tot de gemeente. Tegenwoordig is er alleen nog een ruïne over van de kluis, maar het vertelt een lang verhaal ...
Cultuur en traditie zijn ook erg belangrijk in Leisach. Bij het dragen van palmbezems worden inheemse groene takken aan een palmpaal vastgemaakt en vervolgens op Palmzondag naar de kerk gedragen om ze in te wijden.
Torenblazen is een christelijk gebruik waarbij blaasmuziek wordt gespeeld vanaf een kerktoren, waarbij het publiek zich verzamelt op het kerkplein of direct voor de toren. Hoewel de oorsprong van het torenblazen terug te voeren is op het beroep van torenwachter, dat sindsdien is verdwenen, wordt het gebruik nu beoefend door kopermuzikanten van verschillende oorsprong en vaak in verband met Kerstmis.
Onze tip: De wijk Gries is het startpunt van de beroemde Pustertaler Höhenstraße, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de Sextner en Lienzer Dolomieten. Een excursie op de Höhenstraße kan worden gecombineerd met een bezoek aan een culturele site zoals het kasteel van Anras!
