Bad Ischl in Opper-Oostenrijk is niet alleen een kuuroord met 13.734 inwoners, maar ook een plaats met een lange geschiedenis. Bad Ischl ligt in het Salzkammergut, dat tot het zuidelijke deel van Opper-Oostenrijk behoort.
Al 15 v. Chr. zouden er mensen gewoond hebben in Bad Ischl. Deze tijd werd ook de Hallstatt-tijd genoemd en het gebied maakte toen deel uit van het Imperium Romanum, van het Romeinse rijk.
Dit blijkt uit twee inscriptie stenen, maar een ervan is verloren gegaan in de 18e eeuw. Het was een wijsteen, die de verwijzing naar een douanestation bevatte. Een andere wijsteen werd gevonden in de Kienbachklamm, het was bestemd voor de god Mars Latobius.
Talloze oorlogen en geschillen zorgden voor een bevolkingsafname, in het jaar 1000 kon de situatie zich enigszins ontspannen en nam de bevolking toe. De zoutproductie werd hervat, na de markiezen, kwamen in het jaar 1192 de Babenberger, zij maakten Ischl bekend door het zout.
Het zout was eveneens een reden voor conflicten. In 1563 werd de Ischl-zoutmijn ontwikkeld en zorgde voor de mijnbouw en de handel in het witte goud. Maar Ischl bloeide echt toen het belangrijk werd als kuuroord. Josef Götz testte reeds sinds 1807 de effecten van pekelbaden op zieke mensen uit.
In 1822 kwamen de eerste buitenlandse kuurgasten naar Bad Ischl en vanaf dat moment ging het bergopwaarts. Daarom wordt 1823 beschouwd als het feitelijke jaar van oprichting. Ischl was snel beroemd in Europa en prominente gasten waren onder de bezoekers.
Ischl is lid van de Small Historic Towns Association en gasten kunnen in musea over de geschiedenis van de stad leren. De parochiekerk van St. Nicolaas uit 1344, de protestantse parochiekerk uit 1879 of de kruiskapel uit 1726 zijn enkele van de beroemde historische kerkgebouwen van Ischl.
Wilt u ook eens een bezoek brengen aan Bad Ischl, het grootste aanbod hotels en vakantiehuizen vindt u hier.